Verzoeken aan de Herfst

Sylvie
1 reactie(s)

Het is plots herfst. Ik vond dat de herfst lang heeft getwijfeld, precies of de bladeren wisten niet goed wat te doen, groen blijven of gaan voor een warmer kleurtje. Ik zat in mijn wagen en toen viel het me op, de bladeren kwamen tot een besluit: rijen en rijen bomen vol hippe herfstkleuren in hun tooi.

Met de vaststelling dat het herfst was, kwamen vreemde gedachten in mij op. Ik kon ze nog even verdringen kwestie van zonder brokken thuis te geraken, maar eenmaal thuis balden de gedachten zich tot stevige verzoeken. Verzoeken aan de herfst:

Aan de spinnen: ik heb niks tegen jullie, echt niet. Zo lang jullie buiten jullie ding doen met in achtneming van de sanitaire regels en niet binnen komen. Mag ik jullie verzoeken om 1) mijn vensterbanken niet meer als openbaar toilet te gebruiken (jullie zijn erger dan duiven tegenwoordig) en 2) mijn auto niet als vrije kampeerplaats te gebruiken. Ik vond het niet tof om met mijn haar in het web tussen de spiegel en mijn stuur te hangen.

Aan de bladeren van de beuk op mijn hof:  jullie zijn fantastisch. Jullie bezorgen menige vogel een schuilplaats en mij lyrische gedachten telkens ik jullie zie stralen. Mag ik jullie echter dit jaar verzoeken om niet allemaal tegelijk naar beneden te donderen. Dat brengt zo'n heisa mee voor de aanpalende vlinderstruiken die me influisterden geen beukenbladondersneeuwing aan te kunnen dit jaar.

Aan de wind: ik weet het; eens goed uitblazen kan deugd doen. Toch zou ik vriendelijk willen vragen om mijn tuinmeubelen en mijn olijfboompje te laten staan mocht dat kunnen. Ik zoek nog een oplossing. Ik weet dat je van je vrijheid houdt en we doen het nodige, 't is maar voor even.

Aan de regenwormen: jullie doen goed werk, met al dat verluchten van de grond en al. Ik wil jullie echter vragen om geen verdere pogingen te ondernemen om het paadje rondom het huis te bewerken. Dat gaat niet; jullie zijn geen boorwormen. Om verder platwalsen te voorkomen, vraag ik met aandrang om jullie domein te beperken tot de losse grond.

Aan de slakken: wij hadden al vroegere overlegmomenten, jullie gingen akkoord om alleen aan de courgette te zitten en  mijn butternut gerust te laten, waarvoor dank. Doch wederom moet ik jullie tot de orde roepen, en wel omdat ik graag zou hebben dat jullie onze oost-muur zouden verlaten. Het is daar geen karakollenhotel. Als jullie per sé willen weten wat er boven is, wel: het dak, voilà.

Aan de wolken: ik weet het, ik weet het, het is lastig om anders te zijn dan de anderen en veel gemakkelijker om allemaal samen te gaan hangen in één groot grijs vlak. Toch wil ik beroep doen op jullie individualiteit en vragen om ons wat mooie vormen te gunnen, dikke schapen, toeterende olifanten, kwaaie gezichten. En laat af en toe de zon eens door, al is 't maar voor dat gouden randje rond die toeterende olifant.

Aan de sneeuw en de kou: ik kan kort zijn. Blijf weg, 't is te vroeg.