1.000 bommen en granaten – snipperdagje in eigen land

Een mooie zomerse dag, goed voor een dagje vakantie in eigen land en liefst zonder al te veel file leed. Richting Kennedytunnel laten we liefst links liggen, want daar geraak je op een doordeweekse dag nog amper door en de E40 richting Brussel is ook elke werkdag bumperkleven. We trokken westwaarts.

Een daguitstap in de voetsporen van het oorlogsverleden 100 jaar geleden

België telt ontelbare gedenkplaatsen, maar de meeste vindt men wel in de Westhoek.

In de voormiddag brengen we een bezoek aan de ‘Crypte’ van gesneuvelde soldaten en oud-strijders, die een plaats heeft gekregen op het gemeentelijk kerkhof van Zonnebeke. De crypte komt akelig over, 11 doodskisten zijn gewoon openbaar tentoongesteld, aangrijpend met de bijhorende foto’s. Buiten de grafplaats worden de oorlogsdoden ook nog eens herdacht met ‘heldenhuldezerkjes’.

Aansluitend – op een boogscheut van de crypte – een bezoek aan het Polygoonbos met aan weerszijden militaire begraafplaatsen, aan de ene kant het Britse en aan de andere kant het Australische. Via het heksenpad kan men een mooie boswandeling maken.

Tijdens de ‘Eerste Slag om Ieper’ werd het bos volledig verwoest en bleef het in handen van de Britse troepen. Na de ‘Tweede Slag om Ieper’ (eind april 1915) konden de Duitse troepen het bos twee jaar lang behouden en legden er een begraafplaats aan. Tijdens de ‘Derde Slag om Ieper’ konden Australische Divisies in september 1917 de bossen rond Zonnebeke veroveren. Wanneer men na het beklimmen van de heuvel naar het historisch monument een overzicht krijgt over de volledige begraafplaats, wordt men sprakeloos stil. Dwalend doorheen de vele grafzerken, omringd met bloeiende rode rozen, valt het oog wel eens op een vlag en foto, een moment van oneindig respect voor hen die streden voor onze vrijheid.

Om verder in de voetsporen te treden van de oorlogsgruwel van 14-18 begaven we ons naar het ‘Hooge Crater Museum’ in Zillebeke. Wat ooit een kapel was, is nu een oorlogsmuseum en de vroegere aanpalende wijkschool doet nu dienst als themacafé. Een klein maar prachtig museum met een schat aan oorlogsmateriaal. 

Een kast vol gasmaskers en oneindig veel granaatkoppen, volgens de normen van de strijdende landen. Aan de hand van informatieborden met foto’s, tekst en uitleg, worden de wreedheden gedurende de eerste wereldoorlog weergegeven.

Twee blikvangers zijn de originele Ford T ambulance van 1916 en een replica van een rode Fokker, een driedekker uit het begin van de oorlog. Het is een privaat oorlogsmuseum – Meenseweg 467 –  dat tal van unieke verzamelingen van WO I in een mooi kader tentoonstelt.

Tijd om even te verpozen, het oorlogsverleden even te laten rusten, moet er ook aan onze eigen innerlijke mens gedacht worden. Een hongertje. De verleiding was groot toen we op internet ‘De Steenen Haene’ in Zillebeke ontdekten, perfect ‘ons ding’ op de juiste locatie. Best wel op voorhand reserveren, want zelfs op een doordeweekse dag kan het er ‘full house’ zijn. We werden hartelijk verwelkomd door de gastvrouw opteerden voor een plaatsje op het terras, waar het zalig vertoeven en genieten is. De menukaart in boekvorm, met daarin tips en verhalen over het culinair team werd ons aangereikt. Nog nooit hadden we zoiets iets moois gezien. Elke vrouw mag deze menubijbel meenemen naar huis. Even een ‘dat meen je niet’ geuit, met een ‘toch wel’ als antwoord. www.desteenenhaene.be

Oorlogsmusea zijn er – net als de vele oorlogskerkhoven – meer dan genoeg met Passchendaele Memorial (Zonnebeke), Flanders Fields (Ieper), de Ijzertoren en de Dodengang (Diksmuide), Westfront (Nieuwpoort), Vrij Vaderland (Veurne), Lange Max Museum (Koekelare)…

We kozen voor het ‘Talbot House’ in Poperinge, een 18de eeuws woonhuis dat in 1915 een ontspanningsoord werd voor Engelse soldaten. Twee Britse legeraalmoezeniers ontfermden zich hierover. Het huis ontleent zijn naam aan de gesneuvelde officier Gilbert Talbot, zoon van de Anglicaanse bisschop van Winchester. Talbot sneuvelde op 23-jarige leeftijd in de omgeving van Ieper. Het Talbot House bood tussen 1915 en 1918 aan meer dan een half miljoen mannen onderdak. Het was een ‘Every Man’s Club’ en stond dus open voor alle Britse militairen, zonder onderscheid van rang of stand. Alleen daarom was het uniek. Bovendien kende Poperinge een liederlijk uitgaansleven, door de tienduizenden soldaten, die er na een beurt aan het front stoom kwamen afblazen.

Een huis met een ziel, wat tevens ook een B&B is. Er is een tentoonstellingsruimte met tekst en uitleg, een prachtige tuin, and last but not least, ‘the house’ met zijn typische geur. Alle verdiepingen zijn te bezichtigen. Via een steile smalle trap betreedt men op zolder de kapel. Na de rondgang wordt door de vriendelijke Engelse huisbewaarders een kop koffie of thee aangeboden. In de gelagzaal met piano is het even mijmeren.

Op wandelafstand, net achter het stadhuis en toerismebureau kan men er twee dodencellen en de executiemuur aanschouwen. In beide cellen is er nog steeds graffiti uit de periode van WO I.

Na ettelijke uurtjes graven in het oorlogsverleden was het bijna tijd om huiswaarts te keren maar lieten we alles nog even bezinken met een strandwandeling. Het was een mooie zomerse vakantiedag in eigen land en een aanrader om ook eens te doen.

Scroll naar boven