Milieu te land, in troebel water en in de lucht

Jean Marie
0 reactie(s)
Milieu te land, in het water en in de lucht

© JMDB

We lazen het jaarverslag van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) even na. Er is nog heel veel werk aan de milieuwinkel voor Joke Schauvliege. We gaan er soms zelfs op achteruit.

Oppervlaktewaterkwaliteit

De jaarlijkse evaluatie van de oppervlaktewaterkwaliteit in Vlaanderen duidt aan dat in 2015 de emissies door bedrijven, gezinnen en landbouw verder verminderen en daarmee wordt de trend van de laatste jaren voortgezet. De daling in lozingen van vervuilende stoffen heeft zijn effect op de waterkwaliteit en zorgt ervoor dat de resultaten voor algemene fysisch-chemische parameters (zoals zuurstof) verbeteren. 

De doelstellingen van het mestactieplan (MAP5 2015-2018) zullen echter niet gehaald worden in landbouwgebied. MAP5 bepaalt dat in 2018 nog maximaal 5% van de MAP-meetplaatsen de drempelwaarde voor nitraat mag overschrijden. Op dit ogenblik overschrijdt 20% van de meetplaatsen de drempelwaarde (50 milligram nitraat per liter).

Op het vlak van de biologische kwaliteit is de afstand tot het doel nog groot. Slechts 1% van onze waterlichamen krijgt de kwalificatie goed. 37% is nog steeds slecht voor de biologische kenmerken. Ook de waterbodemkwaliteit volgt de goede evolutie niet helemaal. Het aantal slechte waterbodems vermindert, maar het aantal goede en zeer goede daalt. De achteruitgang van de kwaliteit is wellicht een gevolg van de slechtere fysisch-chemische waterbodemkwaliteit van de laatste jaren. Mogelijk heeft de verhoogde concentratie aan olie hier ook mee te maken. Deze olie is onder meer afkomstig van de afbraak van biologisch materiaal zoals takken en bladeren.

Europese luchtkwaliteitsnormen grotendeels gehaald

Het nieuwe VMM-rapport over de luchtkwaliteit in Vlaanderen toont aan dat een positieve trend zich voortzet en onze Vlaamse luchtkwaliteit beter wordt. De uitstoot door verkeer, maar ook houtverbranding (in de koude maanden) hebben nog een belangrijke impact op onze luchtkwaliteit. De VMM adviseert daarom op dagen met te veel fijn stof geen hout te stoken.

Uit de resultaten van 2015 blijkt dat Vlaanderen de Europese doelstellingen voor heel wat stoffen haalt. Voor het tweede jaar op rij voldoet Vlaanderen aan de grenswaarden voor fijn stof. Voor een beperkt aantal stoffen halen we de grens- of streefwaarden nog niet. In de buurt van non-ferro en staalbedrijven zijn de concentraties van bepaalde zware metalen zoals lood, arseen, cadmium en nikkel nog verhoogd.
De impact door het verkeer op onze luchtkwaliteit blijft significant. 36% van de totale uitstoot van stikstofoxiden, 34% van de totale roetuitstoot en 12% van de totale fijnstofuitstoot wordt veroorzaakt door het wegverkeer.

In de Antwerpse agglomeratie is de jaargrenswaarde voor stikstofdioxide ter hoogte van een meetpost gericht op de impact van het verkeer niet gehaald. Verkeer is de belangrijkste bron voor de vorming van stikstofdioxiden. De maatregelen die steden nemen om de impact van het verkeer te beperken, zoals de invoering van een lage-emissiezone, zullen bijdragen tot een nog betere luchtkwaliteit. De meest duurzame verplaatsingen gebeuren uiteraard met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer.

Als we de resultaten voor 2015 toetsen aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie zien we dat vooral de hoge concentraties van fijn stof, ozon en zwaveldioxide een probleem vormen. Er zijn ook enkele locaties met te hoge concentraties aan stikstofdioxide en zware metalen. De WGO baseert zich voor het bepalen van haar advieswaarden enkel op de gezondheidseffecten en houdt geen rekening met de technische haalbaarheid of economische belangen.

Houtverbranding

Op dagen met een verminderde luchtkwaliteit en te veel fijn stof heeft het beperken van houtverbranding een belangrijke positieve impact op de gezondheid. De VMM zal daarom op die dagen (> 50µg/m³ fijn stof gedurende 2 dagen) de bevolking adviseren om geen hout te stoken als bijverwarming of om sfeer te creëren.

Omdat hout een natuurproduct is, staan heel wat mensen niet stil bij de impact van houtverbranding. Bij de verbranding van hout komen heel wat schadelijke stoffen vrij. Houtverbranding was in 2015 in Vlaanderen verantwoordelijk voor 35% van de totale fijnstofuitstoot, voor 40% van de totale dioxine-uitstoot en 87% van de totale PAK-uitstoot. PAK zijn polycyclische aromatische koolwaterstoffen, ze veroorzaken DNA-schade en zijn kankerverwekkend.

Stikstof in de lucht

Nieuwe cijfers van de VMM geven aan dat er nog steeds te veel stikstof in de lucht zit. Dat draagt bij tot de verstoring van ecologische processen en vormt een bedreiging voor onze biodiversiteit.

Samen met ammoniak en zwaveldioxide zorgt de depositie van stikstofdioxide voor verzuring en vermesting van de bodem. Ten opzichte van 2005 daalt de verzurende depositie wel met een derde. De vermestende depositie daalt met een vijfde. Vooral een verdere reductie van ammoniak zal leiden tot een afname van verzuring en vermesting. Ook de oppervlakte natuur met overschrijding van de kritische last voor verzuring en vermesting daalt gestaag. Toch zijn verdere reducties noodzakelijk om de natuur te beschermen.

(Bron: jaarrapport VMM - www.vmm.be/publicaties )