Begoniafestival (5)

Het was het jaar dat je in de Denen nog de Vleescentrale Blomme tegenkwam, er Renaults van de gebroeders Vispoel uit Beervelde rondreden en je voor een bezoekje aan de zoo (The Anser Farm) je gemeente niet uit moest.

Maar 1978 was ook het jaar van het dorp. Het Begoniafestival surfte dan ook mee op dit jaarthema en titelde die editie ‘Het Dorp, achteraf bekeken’.

De organisatoren van het 28ste Begoniafestival hadden dan al door dat het landelijke dorp, zoals Lochristi zich toen presenteerde, naar vorm en uitzicht al tot de geschiedenis behoorde.

Het aantal begoniavelden was, ondanks de gemeentefusie, nog 105 ha groot. Daar waar het alleen al in het Lochristi van voor de fusie 90 ha waren.

De landelijkheid was rond die tijd al aan de uittocht bezig om plaats te maken voor andere realisaties van beleidsmensen en projectontwikkelaars.

Wanneer je vandaag de toelichting bij de themakeuze van festivaleditie jaargang 1978 leest in het inleidende brochurewoordje, wekt deze – met de bril van vandaag op – bij ondergetekende meteen een zekere ironie op.

 ‘Men moet er als kind geleefd hebben en het verlaten om het dorp ten volle te kunnen waarderen. De harmonie tussen mens en natuur, de omgang met elkaar als één grote familie, de forse warme taal en de rust uitstralende ouderlingen. Er is zoveel dat het dorp tekent.

Talrijke dorpen gingen verloren, of werden verminkt. Toch is er nog heel wat overgebleven om te bewaren. Dit festival schetst enkele taferelen uit het dorpsleven… achteraf bekeken.

Voor de oudsten onder ons zijn het herinneringen. De jongsten kunnen zich door hen laten inspireren bij de creatie van een nieuwe samenleving.’

In 1978 keken de organisatoren al met een zekere nostalgische blik over hun schouder naar het dorp. Ik vraag me dan ook af hoe jonge mensen zo’n toeristisch tekstje van 38 jaar geleden vandaag lezen. Als het kijken naar rotstekeningen?

 

Scroll naar boven