Creativiteit

Het is een magisch woord. Als je dat woord laat vallen in een groep krijg je meteen een Mozes-gevoel: de groep valt prompt uiteen. Aan de ene zijde zij die zichzelf wegcijferen om onder de horror van creatief te moeten zijn weg te kruipen, aan de andere zijde zij die wel kaas hebben gegeten van schilderen, knutselen, decoreren, of het nieuwe koken en naaien.

Doorgaans oogst dat creatieafzijn best wel wat respect. Dat is schoon. Tenslotte brengt creativiteit nieuwigheden met zich mee. Oplossingen waar geen mens eerder aan dacht. Het kanaliseert frustraties, brengt wat kleur thuis en in de onderneming, helpt één en ander vooruit daar waar het vroeger grauw en grijs vast zat.
Ik vraag me echter af of iemand er ooit bij heeft stilgestaan dat creativiteit soms behoorlijk lastig kan zijn. Mijn visie op de zaak is wellicht wat gekleurd? Het kan zijn dat er mensen bestaan die de crea-knop aan en uit kunnen zetten. In het geval van de schrijfster van deze blog, is die knop helaas ergens in het geboortekanaal blijven hangen. Het machien staat dus "Aan". Ik doe mijn best, maar het valt me uitzonderlijk zwaar om niet creatief te wezen, in denken en doen.
Hoe kan creativiteit nu lastig zijn, zou je denken?

In eerste instantie is het lastig, omdat het zich niet laat bedwingen. Wat voor een feitelijke, van alle creatieve ingevingen gespeende mens een lepel is, is voor mij een toekomstige plantenhouder/kapstok/schoentrekker/horloge/spiegeldecoratie/gsm-houder/deksel/muziekinstument/en wat nog meer.
Terwijl de mens aan een lepel denkt – wat wellicht niet zoveel hersenactiviteit veroorzaakt – en dus onder economisch denken valt, zoals het hoort. Bij "lepel", begint bij mij een drukte van jewelste in de bovenkamer. Volledig met kleuren, materialen, gebruiksmodaliteiten, variaties op een thema, openingsuren van doe-het-zelf-winkels, …. Dit neemt heel wat energie in beslag en dat heeft weer verdere gevolgen.W

Want stel u voor, dat ik, een poging doend om als normaal mens door het leven te gaan, gezellig samen met een vriendin ga tafelen. En die vriendin merkt terloops op: " Oei mijn lepel is vuil, amai die mogen ze eens gaan vervangen!". Hoppekee – we zijn vertrokken. Ik hou niet van lepels die zo terloops in mijn brein worden gegooid.  Het is niet goed voor mijn sociale leven.

Die creativiteit is ook de hoofdverantwoordelijke voor mijn overvol atelier. Ik kan gewoon niets bedenken waarmee niets kan worden gedaan. Flessen worden lampen, chipszakken worden pennenzakken, blikjes worden opslagruimte, brickjes worden geldbeugels, plastic zakken worden strandtassen en kattenmanden, kattenvoerzakken worden een handtas, flessendopjes worden douchemat – hier komt geen einde aan. Aan de ruimte in mijn atelier helaas wel.

Misschien moet ik wat creatiever omspringen met het begrip "ruimte? Wat had je gedacht? Is al gebeurd. De plannen voor de herinrichting liggen klaar, in mijn hoofd. Naast de plannen voor de uitbouw van mijn zaak. Alleen jammer dat de creativiteit soms verhindert er een lijn tussen te trekken.
 

Scroll naar boven