Het perfecte recept met Arno

Het Franstalige Imagine van Arno Hintjens is getiteld Je veux vivre. Door de taalkeuze en de sobere muziek zal dit niet de klassieker worden die het lied van John Lennon wel werd. De inhoud komt in grote lijnen overeen, maar dan in de typische Arno-bewoordingen, niet het zweverige ‘verbeeld je’, eerder het uitspreken van een wens voor een no-nonsense wereld door een nuchtere rebel.

1988 is het jaar dat ik een soft spot ontwikkelde voor Arno Hintjens en dat had niet alleen iets te maken met zijn muziek, maar ook met zijn optreden in het kookprogramma ‘Krokant’ van Nest Mertens. Hij had toen al een reputatie opgebouwd als frontman van Tjens Couter en T.C. Matic. Arno werd opgeleid tot kok en bereidde in het programma op een onvergetelijke manier garnaalkroketten. Zijn commentaar was hilarisch: “In de fond moet je alles voelen in de keuken. Nee, geen ervaring. Gewoon voelen”. De roux voor de garnaalkroket is “pas klaar als hij begint te zingen. Bij voorkeur de Brabançonne”. Er komen ook een fles witte wijn en wat melk bij kijken. Daarna is het tijd om de garnaalkroket te bakken. “Hoe weet je dat het frietvet de juiste temperatuur bereikt heeft?”, vraagt Arno op retorische wijze. Waarop hij in het knisperende frietvet spuwt: “Voilà, zo weet je dat. ’t Is perfect.” Die nonchalance waarmee hij z’n lange haren uit z’n gezicht streek en vervolgens het beslag met garnalen vorm gaf. Zo’n scène vergeet je nooit meer, een mooi voorbeeld van non-scripted televisie.

Op dezelfde manier maakt Arno muziek. Hij heeft geen opleiding tot muzikant genoten. Hij speelde de mondharmonica bij zijn eerste groep Freckleface die blues-rocknummers bracht. Deze groep splitste en het duo Arno en de gitarist Paul Decoutere vormden het duo Tjens Couter in 1972. Ze brachten bluesnummers met wat tango en reggae. Ze groeiden uit tot een kwintet dat in de geest van de tijd punkrock bracht. Arno maakte toen al een uitstapje naar de filmwereld en bleef dat af en toe doen.

1980 was het jaar van de grote doorbraak met T.C. Matic. Ze maakten vier albums en een tournee door Europa. Hun hits Oh la la la, Que pasa en Putain, putain bleven op het repertoire van Arno staan, ook na de split zes jaar later.

Arno ging toen solo. Funk, blues waren zijn inspiratiebronnen. Oorspronkelijk zong hij vooral Engelse teksten, maar stilaan kwamen Franse teksten meer op de voorgrond. Hij wordt zelfzekerder en begint ook met veel succes Franse chansons van Brel (Le Bon Dieu), Adamo (Les filles du bord de mer), Ferré (Comme à Ostende) te coveren. Vanaf 1995 mengt hij deze Franstalige chansons met rock, tango en blues. Met Roland start hij een zijproject Charles et les Lulus. Zij brengen pure rock, unplugged, voor dit laatste een rage werd.

In 1997 bracht Arno voor het eerst een album uit in de Verenigde Staten. 2004 bracht hem zelfs met een solotoer tot in Vietnam. In 2006 organiseert hij samen met Tom Barman en Sioen de 0110-concerten. Hij blijft filmrollen spelen en wordt de centrale gast van Theater aan Zee. Talrijke prijzen en onderscheidingen in België en Frankrijk worden hem toegekend. In november 2019 wordt pancreaskanker vastgesteld, maar Arno vecht terug en kan weer optreden en een album maken.

In Je veux vivre beschrijft Arno de ideale wereld, een planeet zonder jaloezie, pessimisten zijn er tevreden, het is een wereld zonder papieren, zonder armoede en rijkdom, waar antipoden elkaar omarmen en een rumba dansen. Klassenverschillen, hoogmoed zijn uitgeroeid. Ongelukkigen zijn er gelukkig. Pillen zijn niet langer nodig om oplossingen te bieden voor zijn lever en voor zaken die deel uitmaken van het leven van iedereen. God is verliefd en dommen zwijgen. Hij wil vliegen, hoog en vrij zoals een vis in het water, in zijn mond geen woorden. Cholesterol is verdwenen, er is een overdosis rock ’n roll. Schoonheid en waarheid zijn duidelijk aanwezig. Als dat geen wijze woorden zijn…

 

Scroll naar boven