Kweken gelijk de…

Zij die mij al iets beter kennen, weten dat ik een ongezond respect heb voor al wat leeft. Je kan je afvragen of zoiets ongezond kan zijn. Het antwoord is dus : ja.

Het is allemaal goed en wel wanneer je bij "al wat leeft" denkt aan mensen, bijvoorbeeld. Mijn respect voor de menselijke soort (in al zijn vormen van kierewiet tot bloedserieus) is een goede zaak. Het maakt dat ik mijn boterham kan verdienen als hulpverlener, zonder respect voor ieder en ieders gedacht zou dat lastig worden.

Ook wanneer men bij "al wat leeft" eerder denkt aan dieren, is mijn vergaande respect nog net draaglijk. Er zijn tijden waarop het moeilijk is – ik denk dan aan de dagen waarop ik thuiskwam met een gevonden gewonde kip, of een duif met zelfmoordneigingen, of een Engels haantje dat thuisloos was, of een egel gevonden op een parking, of een hond die losliep op de autostrade, of de eenden die wilden oversteken op een druk kruispunt. Ik denk ook aan de spinnen die niet platgetrapt mogen worden wegens nuttig, ondanks het feit dat ik verstijf bij de aanblik van zo'n achtpotige. Helemaal op het randje is mijn afwijking om zelfs geen mug kwaad te doen, omdat ik niet zeker weet of het 1) een mannelijk dan wel een vrouwelijk exemplaar betreft en 2) indien het een vrouwelijk exemplaar is, wel mijn bloed is waarmee ze zich heeft volgezogen.

Ten huize rijst echter het onbegrip voor mijn respect "voor al wat leeft" wanneer het planten betreft. Je zal nu zeggen "planten, die doen toch geen  kwaad en dat doet niet in huis". Dat is waar, althans, ik ga akkoord. Het betreft echter een zeer specifieke plant, met name de graslelie.

Graslelie

Voor wie niet vertrouwd is met de graslelie: het lijkt op gras, het is sterk en vraagt niet veel onderhoud, het is behoorlijk decoratief en aardt zowat overal in huis. Het enige wat graslelies doen, is groeien. Heel erg groeien. En zelden groeien ze alleen, ze zijn in een wip zwanger van kleine graslelietjes. Wanneer ze groot genoeg zijn, kun je ze in een weinig water opkweken tot nieuwe volwassen graslelies.  Omdat ik het niet over mijn hart krijg om de jonge stengels met jonge grasleliekinderen zomaar af te knippen en omdat graslelies kweken gelijk konijnen, kan ik zeggen dat ze ondertussen in de meerderheid zijn hier ten huize. Overal waar je loopt staat een pot met een graslelie: in de woonkamer, in de keuken, in de berging, in de bureaus, in de badkamer, in de slaapkamers, … Overal.

Ik ben er niet rouwig om – het geeft wat groen in huis –  maar mijn man ontwikkelde een graslelie-afkeer. Wil hij koffie zetten, dan peutert een graslelieblad in zijn oren, wil hij een bad nemen insgelijks, wil hij in de zetel zitten staat er een graslelie voor de tv, wil hij naar de zolder moet hij de graslelies van de trappen halen,… Het is genoeg geweest. Hij doet dan ook regelmatig zwangerschapstesten doorheen het huis: ontspringt er een stengel, dan wordt die letterlijk in de kiem gesmoord. Clandestien, want ik kan het niet over mijn hart krijgen er aan en bij te staan.

Straks komt de sapstroom weer op gang. Mijn man zal zijn werk hebben.

Scroll naar boven