Madame Courgette en Meneer Butternut

Sylvie
0 reactie(s)

Van mijn goede vriend kreeg ik een heel mooi cadeau: een jong pompoenplantje en een jong courgetteplantje. Omdat mijn kennis over moestuinieren ongeveer even groot is als mijn kennis over kwantummechanica (nihil, zeg maar), opperde ik eerst enkele bezwaren. Rémy en zijn vrouw gaven me echter enkele instructies en veel vertrouwen en zo kwam het dat ik voor de zomer 2 nieuwe tuinbewoners had: Madame Courgette en Meneer Butternut.

Veel geschikte plaats had ik niet, dus werden ze neergepoot naast Commissaris Munt, Meester Rozemarijn en de bekende tenor Luciano Oregano.
Ik was er niks gerust in. In mijn tuin geldt slechts 1 wet: wie overleeft, doet dat op eigen kracht. Ik ken te weinig van planten, verplanten, bemesten, snoeien, insectengevoeligheden, ... om veel te betekenen voor een plant en ik ben belachelijk bang van spinnen. Dat alles resulteert dat alles wat ik heb voor de plant bestaat uit een geutje water en dagelijkse aandacht met gesprekstherapie. (Al denk ik dat mijn therapie soms eerder de rare veelkleurige insecten aanspreekt, dan de plant).

Dus elke dag bezocht ik Madame Courgette en Meneer Butternut. Madame Courgette was duidelijk in haar nopjes: ze schoot dat het een lieve lust was om te zien. Meneer Buternut nam er zijn tijd voor om te "aarden", als ik dat woord al mag gebruiken. Op een morgen, op bezoek bij Madame Courgette, groeit mijn hart van trots: een wondere grote gele bloem had zich gevormd! Madame Courgette was dus zwanger en gauw zou nu een echt courgetteke groeien. Ik was buiten mezelf van fierheid. Er groeide zowaar iets in mijn hof!

Mijnheer Butternut was eerder van het grommige type en begon al snel een aanslag te plegen op de stek van Commissaris Munt. Nu ben ik wel - via Assepoester- op de hoogte van de uitbreidingsdrang van pompoenplanten maar Meneer Butternut hield echt geen rekening met de buren. Ik heb een inbreuk op de wet moeten plegen om Commissaris Munt van een verpletterende dood te behoeden. Ik heb meneer Butternut omgeleid. Momenteel wordt hij nog steeds aan 't lijntje gehouden, maar er is weer rust in de Kruidenstraat.

Het was vredig, voor een tijdje. Tot ik op een morgen niet lang daarna een vreselijke vaststelling deed: de mooie gele bloem was weg. Foetsie. Eerst hoopte ik nog dat het zo moest, dat Madame Courgette in stadia zou bevallen, bloem weg, courgette komt. Maar bij nader onderzoek werd de vreselijke waarheid me bijna te veel: opgevreten. Dat was mijn bloem. Zo ontdaan was ik dat ik Rémy in alle staten om raad vroeg: wie o wie heeft dit gedaan?  De slakken.

Slakken! Ik had echt nooit gedacht dat dat zo'n vraatzuchtige, gemene slijmwormen waren! Awoert! Rémy raadde me aan een slakkenval te zetten en as te strooien en wat eierschalen. Ik strooide de as, legde eierschalen en was vast beraden die moordenaars en amputatoren eens goed de les te spellen. Maar toen ik las wat dat was, een slakkenval, kreeg ik het niet over mijn hart. Verzuipen en oplossen in bier. Hoe triest. Het is eigenlijk een massagraf, Fin, in mijn ogen toch.

Madame Courgette heeft het helaas niet gehaald. Ze staat er wat triest bij. Ik heb er veel werk mee, om haar er weer bovenop te helpen, haar te troosten met het feit dat ze zoveel leven in stand heeft gehouden met haar mooie bloemen. Slakkenlevens dan wel, maar toch: leven.

En Meneer Butternut? Die krijgt gele bloemen. Aan zijn lijntje, waar geen slakken durven komen. Er is altijd hoop. Slakken vergaan, maar hoop blijft bestaan. De tweede wet van mijn hof.