Poeslief naar de dokter

Een mens gaat niet voor z'n plezier naar de dokter. Maar als een mens moet gaan, dan gaat hij. Sniffend, snotterend, bibberend, purper en blauw, zwetend en zuchtend en dat kan allemaal wel zijn, soms zelfs alles in één, maar toch: een mens stapt naar de dokter toe en wacht in de wachtzaal netjes z'n beurt af. Mijn kat daarentegen, die heeft het niet zo hoog op met dokters.

Zonder veel in detail te willen treden kan ik meedelen dat mijn kat, met de welluidende naam Bamboo, niet echt ziek was, maar dat ik toch mijn redenen had om met haar naar de dokter te moeten. Laat het er ons op houden dat één en ander in de kattenbak niet uit de juiste consistentie bestond en een sterke geurhinder veroorzaakte.

Vorige week besloot ik de kattentransportbak van de zolder af te halen en aan de taak te beginnen. De transportbak op zich is het begin van veel miserie. Hoe ziek Bamboo ook moge zijn, het zicht alleen al van die transportbak brengt haar in een tweede jeugd, vol energie en alertheid. Eerst spurt ze het hele huis door om vervolgens voor uren van de radar te verdwijnen. Ik heb plaatsen ontdekt in mijn huis waarvan ik het bestaan nooit had vermoed ware het niet dat ik met Bamboo naar de dokter moest en haar logischerwijze eerst terug moest vinden.

Nemen we aan dat Bamboo IN de transportbak geraakt, dan barst een concert los waar de buren van mogen meegenieten. Het gaat gepaard met een uitbarsting van agressie zelden te zien bij mijn anders zeer minnelijke kat. De bak draagt lelijke littekens van de Bamboo-transporten.

Dan komen we tot hoofdstuk 2: met de kat in de bak in de auto tot bij de dierenarts geraken. Het is kwestie van snelheid – met alle respect voor de verkeerswetgeving – ik negeer ze wanneer ik met Bamboo in de auto zit. Ze graait alles vast wat binnen het bereik ligt van een pootje door het raster. Mij bijvoorbeeld en dat heeft opvallende gevolgen. Een mens rijdt niet zo nuchter meer als normaal met een kattenklauw annex poot annex bak vastgehaakt in het vel van de arm. Maar zet de bak dan achterin, zou je durven denken. Good thinking, zij het dat de graaikunst van Bamboo ongekend is, hoe ze het doet is me een vraag, maar ze belandt ondersteboven, intussen miauwend in intergalactische toonaarden, wat mijn keurige rijgedrag ook niet bevordert.

Bij de dokter in de wachtkamer valt alles stil. The silent treatment. Hoe ik haar ook probeer te troosten, ze gunt me geen blik meer waardig. In het kabinet weigert ze haar zo verachte kattentransportbak uit te komen, alle truukjes ten spijt. Steevast moet ze bij haar nekvel uit de bak worden gesleurd. Gebogen kopje, ogen neerwaarts gericht, dramaqueen Bamboo. Stil, braaf, rustig. Na de nodige behandeling sluipt ze zo zielig mogelijk de bak weer in.

Tot we op de stoep staan. Dan krijst La Bamboo de hele straat weer bijeen, wat ze volhoudt gedurende de hele rit naar huis. Eenmaal thuis floept ze de bak uit, steekt kop en staart omhoog en wandelt hooghartig weg.

Bamboo moet medicijntjes nemen. Een papje in te spuiten achter de kiezen. Ik denk dat ik ook eerst medicijntjes zal moeten nemen, van de kalmerende soort.

Scroll naar boven