Throwback Thursday: Singerboy

In deze rubriek kijkt elk van ons achterom. Het is terugblikken op een mooi stukje. Soms achteruitkijkspiegel, mijmering, melancholie of nog steeds een zekere verwondering. Elk van ons graaft even in de digibib van Lochristinaar en serveert het graag tweewekelijks op donderdag.

Sommige mensen wonen in hun navel, kijken af en toe eens over de rand en zien hun eigen buik, leven op een eiland van inteeltgedachten waardoor ze de wereld herscheppen naar hun beeld en gelijkenis.
Nog anderen worden vanaf hun geboorte door amateur-pottenbakkers geboetseerd tot vreemde creaturen.
Ik schreef een aantal verhalen over mensen aan de rand van de norm!

baliViktor is mijn naam.
Ik herstel naaimachines, een handel op zijn retour sinds de kledijmarkt overspoeld wordt door goedkope Chinese textiel.
Nochtans verdien ik met mijn ambacht enig beleg tussen de boterham, al zijn er dagen dat zelf ingemaakte pruimenconfituur het brood gezelschap houdt.
Aan mijn muur prijkt geen diploma in de desbetreffende kundigheid, ik leerde het vak in de schaduw van mijn vader; eerst met mijn ogen, daarna al doende.

Ten tijde van de grote huisvlijt werden mijn vader en ik de "Singerboys" genoemd.
Een benaming die sloeg op de merknaam van de toen populaire trapnaaimachines.
Huisvrouwen waren letterlijk de motor van hun ambacht, hun voetenspel bepaalde de snelheid en cadans waarmee de naald op en neer ging.
Broekspijpen werden ingekort, ouwe onderhemden tot zakdoeken gestikt of knoopsgaten kregen een zoom, kortom, ieder huisje liet de machine reutelen naar behoefte.
Er waren er die er een bijverdienste van maakten, de eindje als het ware aan elkaar
naaiden.
Onze meeste interventies waren van een eenvoudige aard; een nieuwe trapriem opleggen of een onderdeeltje dat vastgelopen was bij gebrek aan voldoende smering.
Zo'n machine openleggen was trouwens geen sinecure, het binnenwerk kon op het eerste zicht best de vergelijking met dat van een uurwerk doorstaan.
Radertjes, tandwielen, beugels, hefbomen…, kortom, mechanische hersenen is hier
misschien wel de juiste uitdrukking.

Wij verdienden goed ons brood, kregen op veel plaatsen soep of jenever als extraatje omdat we ons cliënteel zelden aan het lijntje hielden, we als geen ander wisten dat een zwijgende naaimachine een gezin naar de lompen kon helpen.
Later verschenen er elektrische naaimachines in de huiskamers, wat meteen het einde van de ambachtelijke tred inluidde.
Mijn vader heeft nooit een elektrische naaimachine geopend, hij had er geen vertrouwen in, kon geen greep krijgen op dat dradenspel.
Hij stierf aan de gevolgen van een verwaarloosde longontsteking een week nadat de derde elektrische naaimachine in het dorp was geleverd.
Ikzelf had geen andere keus dan mij te verdiepen in de geheimen van de nieuwe tijd, wou ik in het vak blijven.
Ik werd hersteller aan huis van elektrische naaimachines.
Meestal ratelde het defecte toestel binnen een uur na mijn aankomst als nieuw.
Veel breuken waren voorspelbaar, doorgaans te wijten aan de oude gewoonte het eigen lichaam als paardenkracht te gebruiken.

Vandaag is het bittere realiteit vast te stellen dat mijn huidige cliënteel voornamelijk weduwen zijn, type krulspelden op vrijdag, waardoor mijn handel een beetje om aanpassing vroeg.
Evenals tijdens mijn topjaren doe ik nog steeds aan huisbezoeken.
Het mag ironisch klinken, maar de meeste adressen die ik aandoe, hebben sinds jaren geen naaimachine meer in huis!
Sommige van mijn klanten verwachten me iedere tweede dinsdag van de maand, anderen geven een seintje wanneer langs te komen.
Ik lever aandacht en enige lichamelijke affectie ten huize, waardoor deze bejaarde besjes een benadering van hun naaimachine in mij herkennen.

Voor hen ben ik een "Singerboy" gebleven!

 

Onder de titel "Koekoek & Zoon" werk ik aan een aantal kortverhalen over mensen die door het leven moeten in een verkeerde schoenmaat.
Alle personen in de verhalen zijn fictief en het resultaat van gesprokkelde impressies.

 

www.lochristinaar.com/blog/singerboy

 

Scroll naar boven