Vluchten kan amper

Je ontsnapt deze dagen nog amper aan het geNeckermann-, het geJetair- of enig geSunweb-gereutel. De reiscatalogusavonturen zitten op kruissnelheid.

Zo zat ik gisteren in een Turks restaurant in de Gentse Sleepstraat – altijd lekker én betaalbaar voor een columnschrijver als deze– te genieten van een Efes in afwachting van eenpansgerecht nummer 36, toen er een koppel gebruinde vijftigers neerstreek naast mijn inmiddels veroverd culinair territorium van 80 x 80 cm groot.
Meneer maakte me direct attent op de ongeëvenaarde Turkse keuken, maar – en ik voelde het zo aankomen – ‘wanneer je deze in het moederland voorgeschoteld krijgt, wordt ze nog meer uitgesproken’.
Goeie teamspelers leken ze me; mevrouw liet aansluitend horen reeds 10 jaar reiservaring in Turkije te hebben.
‘En dit steeds in hetzelfde club-hotel’, ging meneer met een zekere fierheid verder, als had hij de Slag om Haarlem nog persoonlijk meegemaakt.
Wat volgde heb ik niet meer letterlijk geregistreerd, maar als flard wil ik wel nog enkele trefzinnen meegeven: ‘We hoefden maar zijn richting uit te kijken of hij wist meteen welke wijn er diende uitgeschonken te worden’ of ‘na een tijdje was zowat iedereen het erover eens: die cocktails waren verdomd verraderlijk’.
Twee eenzame mensen leken ze me, bedelend met het verhaal van hun spijsvertering.
Meteen schiet er mij een stukje tekst te binnen, eentje van The Beatles naar ik dacht.’Everywhere there’s lots of piggies living piggy lives. You can see them out for dinner with their piggy wives, clutching forks and knives to eat their bacon.’

Scroll naar boven