Kunst met kant: ‘PiKANT!’

In Moorsel bij Aalst loopt van 30 mei tot 30 september 2019 de tentoonstelling ‘PiKANT!’ met werken uit Vlaamse en buitenlandse kunstcollecties, samengesteld door curator Prof. Dr. Katharina Van Cauteren in samenwerking met vijf Vlaamse bedrijven en de stad Aalst.

Dat kantwerk nog altijd tot de verbeelding spreekt, bewijzen de talloze toeristen die van heinde en ver naar Vlaanderen komen en als souvenir een stukje kant kopen. De indeling in kantsoorten gebeurt volgens techniek en kenmerken, zoals  patronen, fabricatie of plaats. In Vlaanderen geven steden als Brugge, Brussel en Mechelen hun naam aan een bepaalde stijl. Wat de techniek betreft zijn er twee grote basissoorten: naast kloskant bestaat er ook naaldkant, maar kloskant is het meest bekend.

The Phoebus Foundation

Dit is de vierde zomer op rij dat The Phoebus Foundation een groots tentoonstellingsproject organiseert. Na het succes van ‘Voor God en Geld’, ‘Oer’ en ‘Vossen’ is de titel deze keer ‘PiKANT!’ met als ondertitel ‘Vijf eeuwen cultuurgeschiedenis uitgekleed’. The Phoebus Foundation is een kunststichting, opgericht in 2011, met filantropische doelstellingen. De stichting verwerft kunstvoorwerpen, streeft ernaar stukken van hoge kwaliteit terug te halen naar Vlaanderen en/of ze hier te houden, staat borg voor een professioneel kader van behoud en beheer, en zorgt voor de conservatie en restauratie van de objecten. Daarbij zet ze hoog in op wetenschappelijk onderzoek. De resultaten van dat alles deelt ze met een zo breed mogelijk publiek, via tentoonstellingen, culturele expedities, symposia en publicaties. De stichting werd opgericht om de toekomst te verzekeren van de verzameling die begon als de privécollectie van Fernand en Karine Huts en/of van het familiebedrijf Katoen Natie.

Moorsel

In drie delen, op drie locaties in het Oost-Vlaamse plattelandsdorp, op drie kilometer van het centrum van Aalst, ontdekken we kant, gezien vanuit drie standpunten.

In de oranjerie van het Waterkasteel, eigendom van de heer Willy Michiels, en gelegen in de lange dreef met ingang langs de Opwijksesteenweg, worden we meegetroond in de tijd.

Het eerste deel ‘Kant als levensdraad’ toont aan de hand van topstukken uit de kunstgeschiedenis – met namen als Rubens, Van Dyck, Jordaens –  en van prachtige historische kanten kledingstukken de levensloop van de mens, van doop, over huwelijk tot dood.

Prof. Dr. Katharina Van Cauteren laat de bezoeker ook meekijken over de schouder van de meestal anonieme vrouwen die met een feilloze vakkennis de ragfijne weefsels creëerden. Ze benadrukt dat zowat vijf eeuwen lang het kloppende hart van de kantindustrie in Vlaanderen lag en dat de dure en prestigieuze stof officieus de aanzet was van een reeks internationale conflicten. Daarmee toont ze het economische belang van kant in de vorige eeuwen.

De techniek werd in de 16de eeuw ontwikkeld. Na de middeleeuwen was er een verschuiving van de hygiënische normen. Terwijl de middeleeuwers zich graag in badhuizen schoon schrobden, vergleed de reputatie van deze badhuizen in de 15de en 16de eeuw tot die van oorden van louche en losse zeden. Het gebrek aan lichaamshygiëne werd van toen af gecamoufleerd door het dragen van witte hemden, hier en daar zichtbaar onder de bovenkleding. Prestige en geld vroegen om mooi versierde stukken. Zo is de bloeiperiode van de kant begonnen. Het ambacht gaf aan arme vrouwen, hoe onderbetaald ze ook waren, een zekere economische onafhankelijkheid. Het arbeidsintensieve maakte kant duur en wat duur is staat chique. Kant uit de Zuidelijke Nederlanden was al tegen het einde van de 16de eeuw een kwaliteitsmerk, gedragen door adel en rijke burgers. De Engelsen probeerden op een bepaald moment de import van kant te verbieden omdat er zo te veel geld uit hun land wegvloeide. Dit gaf dan aanleiding tot smokkelen. Zelfs piraten waren dol op kant en beschouwden het als goede buit. Lodewijk XIV voerde in de 17de eeuw een reeks oorlogen met de Nederlanden om de Vlaamse kantindustrie te kunnen inlijven of vernietigen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond wat men War Lace noemt, de met de hand gemaakte kantstukjes werden verkocht om oorlogsweduwen en – slachtoffers te steunen.

De curator benadrukt ook de emotioneel-poëtische band tussen generaties, gesymboliseerd door kantwerk dat van generatie op generatie doorgegeven werd.

Al tijdens de 19de eeuw werden er in Engeland machines ontwikkeld om kant te maken. De eerste gesmokkelde machines werden naar Calais gebracht, waar ze op sommige plaatsen nog altijd werkzaam zijn. De machinale kant bracht hevige concurrentie voor de handgemaakte.

In de kelderverdieping van dezelfde oranjerie worden we geconfronteerd met deel twee ‘Pikante kant’ in een spectaculaire enscenering van de lingeriegeschiedenis in de 20ste eeuw. Het glimmende metaal van stoere, unieke vintage cars contrasteert met de fragiele beha’s, slipjes en korsetten op modepoppen in de etalages.

Voor het derde deel ‘Kant als kunst’ moet de bezoeker rondkijken in de kasteeldreef, de erfgoedkapel Sint-Gudula en de Sint-Martinuskerk op het dorpsplein van Moorsel, vlakbij. Daar laten hedendaagse kunstenaars zien dat kant nog altijd leeft en niet uitsluitend een verfijnd en hoogstaand ambacht is toegepast in kleding, maar dat het als materiaal deel kan worden van kunstwerken.

Levend erfgoed

In 2019 heeft de Europese kantindustrie het moeilijker dan ooit. De nog resterende productieateliers kunnen niet opboksen tegen de goedkoop gekopieerde en geïmiteerde kant uit het Verre Oosten. Daarom wil de tentoonstelling ‘PiKANT!’ ook een ode brengen aan kant als levend erfgoed.

Het ambacht ‘kant maken in Vlaanderen’ is sinds 2011 opgenomen in de Inventaris Vlaanderen voor het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Die inventaris geeft een overzicht van de diversiteit aan immaterieel cultureel erfgoed en de gemeenschappen die zich inzetten om dat immaterieel cultureel erfgoed te ‘borgen’. Deze erkenning op Vlaams niveau is een eerste en noodzakelijke voorwaarde om te kunnen beginnen aan een dossier voor een UNESCO-erkenning.

Op initiatief van Kant in Vlaanderen vzw, koepelorganisatie voor de kant-erfgoedgemeenschap, hebben diverse partners beslist om een dossier op te stellen dat ‘het kant maken in Vlaanderen’ internationaal op de kaart zou zetten. Het dossier werd gefinaliseerd en voorbereid om ingediend te worden in 2018, maar door het complexe systeem van de beurtrol tussen de verschillende gemeenschappen in ons land, kan dit dossier ten vroegste in 2026 behandeld worden.

Het initiatief zal genomen worden om landen waar het kantwerk als ambacht opgenomen is op een nationale inventaris voor immaterieel erfgoed, te contacteren en voor te stellen om samen een internationaal dossier op te starten.

De kant-connectie met Lochristi

In 1844 werd in de Hoekstraat Zeveneken een kantschool opgericht door pastoor Augustinus Vermeulen. Jonge meisjes leerden er kantklossen, lezen en schrijven. Het gebouw dat ook dienst deed als parochiezaal werd echter in 1982 afgebroken.

Kantklossen is geen oubollige bezigheid, al 40 jaar is het vak aan een remonte toe. Japanse dames komen zelfs naar Brugge om er les te volgen. Vanaf januari 2011 startte een nieuwe kantgroep in Beervelde. Elke derde zaterdagnamiddag van de maand kunnen kantwerksters, ook beginnelingen, terecht in Sfeervelde, Beervelde Dorp 58B om onder leiding van Marleen Raman, verschillende kantsoorten te leren maken. Wat je nodig hebt om te beginnen is een speciaal rond kussen gevuld met zeegras, patronen, draad en klosjes.

Bvba Jan De Maertelaere, een pionier in de sector, maakt kantklosjes in het familiebedrijf gevestigd in de Bedrijvenlaan, KMO-zone Lochristi, vanaf 2002. Jan produceert, samen met een vaste medewerker jaarlijks 100.000den kantklosjes voor scholen en verenigingen. De klosjes, in alle maten en vormen, en in 30 verschillende houtsoorten, want voor elk kantwerk gebruikt men andere klossen, worden geleverd in heel Europa, maar ook in de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Japan. In België zijn er 3 producenten van klosjes. Het maken van een bobijntje of klosje is een heel arbeidsintensief proces. Men moet het hout verzagen, rondfrezen, de staafjes machinaal draaien en polieren in trommels.

Genieten van het resultaat van uren arbeidsintensief kantwerk kan elke dag van de week tot 30 september en van 11u tot 18u in Moorsel bij Aalst. De laatste tickets zijn verkrijgbaar tot 17.30u, maar op een half uur kan je deze tentoonstelling echt niet gezien krijgen. Volwassenen betalen 10 euro, met korting 7 euro, met een UIT-pas kan je voor 1.5 euro al naar binnen. Jongeren tot 18 jaar en studenten krijgen gratis entree. Er zijn gratis audioguides en families krijgen een gratis spel, concept van Koeken Troef.

Bestel tickets online via info@pikant.vlaanderen. Meer informatie is te vinden op www.pikant.vlaanderen

De gps leidt je naar het vertrekpunt als je Opwijksesteenweg 9310 Moorsel (bij Aalst) ingeeft.

Wie interesse heeft voor de kantwerkgroep in Beervelde kan contact opnemen met Marleen Raman marleen.raman@telenet.be

 

 

Scroll naar boven