Music on Sundays: Neil Young met “Heart of Gold”

75 kaarsjes mocht hij donderdag uitblazen: de Canadese singer-songwriter Neil Percival Young. Een eerbetoon is op zijn plaats.  

Neil Young werd op 12 november 1945 geboren in Toronto en is de zoon van journalist Scott Young en diens vrouw Edna Ragland. Als kind richtte hij een eigen kippenbedrijfje op en kluste bij op een golfbaan om zo het voer voor de beestjes te kunnen betalen. Zijn grote droom was toen om boer te worden. ’s Avonds luisterde hij vaak naar de radio en raakte zo geïnteresseerd in muziek. Op 13-jarige leeftijd kreeg hij zijn eerste instrument: een ukelele.
Toen zijn ouders scheidden, verhuisde hij met zijn moeder naar Winnipeg, de hoofdstad van de Canadese provincie Manitoba in centraal-Canada. Daar, aan de Kelvin High School, richtte hij zijn eerste groepje op: The Jades.

In de eerste helft van de jaren ’60 speelde Neil Young – met beperkt succes – in verschillende bands, o.m. The Squires en The Mynah Birds. Maar echte bekendheid kwam er pas in 1967 met “Buffalo Springield”, waar Neil Young speelde met Bruce Palmer, Stephen Stills, Richie Furay en later ook met David Crosby.
De band kende op 15 april 1966 zijn vuurdoop als voorprogramma van The Byrds. Hun debuutalbum, “Buffalo Springield”, werd in 1967 door Atlantic Records uitgegeven. De single “For What It’s Worth” werd een grote hit.
In 1968 besloot Neil Young zijn eigen weg te gaan. Hij bracht 2 soloalbums uit en werkte voor het eerst samen met de Amerikaanse band Crazy Horse.


 
Crosby en Stills hadden ondertussen niet stilgezeten en samen met Graham Wiliam Nash vormden ze de supergroep Crosby, Stills & Nash. In 1969 vervoegde Neil Young zijn vroegere makkers en op 18 augustus 1969 trad CSNY op op het Woodstockfestival. Later dat jaar volgde hun album “Déjà vu” dat maar liefst 7 miljoen keer over de toonbank ging.  

Maar ook Crosby, Stills, Nash and Young kende de nodige problemen – o.m. t.g.v. drank en drugsgebruik – en de band splitte verscheidene keren, waarna enkele jaren later telkens een hereniging volgde. Tot ze er in 2016 definitief de stekker uittrokken.
De bandleden gingen dus ook dikwijls hun eigen weg en vooral Neil Young bracht zo heel wat solowerk uit.
Onder meer het album “Harvest” dat in 1972 verscheen. De plaat verkocht 2 miljoen keer en betekende Youngs doorbraak als soloartiest. De single “Heart of gold” stond op nummer 1 in de Amerikaanse hitparade.

Young was echter niet gelukkig met dit succes en bracht een 3-tal minder commerciële albums uit, met ietwat sombere (en slordig gespeelde) muziek. Na “The Ditch Trilogy” volgde in 1975 terug een – vrij succesvol – album met de Crazy Horse.

Het verdere verhaal is er eentje van een eigenzinnige artiest met een lange carrière met hoogten en laagten. Begin de jaren ’80 experimenteert Young met heel wat muziekstijlen om in 1989 – met het album “Freedom” en de single “Rockin’ In The Free World” – terug te keren naar de basis. Young zong in totaal 40 studioalbums vol, waarvan 16 met de band Crazy Horse. Hij heeft ook 8 liveplaten en 3 compilatiealbums op zijn naam staan.

Op de vraag voor interviews n.a.v. verjaardag, liet zijn management weten dat Neil Young dat ook niet gedaan had voor zijn 65ste en 70ste verjaardag.

In 2009 werd de plaat “Harvest”, toch wel het ijkpunt in de carrière van de artiest, geremastered en opnieuw uitgebracht. Uit dat album krijgt u – als “Music on Sundays” – “Heart of Gold”. Fijne zondag nog.

 

Scroll naar boven