Nog geen feest in Zaffelare

Dit jaar viert deze deelgemeente van Lochristi 800 jaar parochie. Twee werkgroepen gingen al aan de slag en waren vorig jaar aan de voorbereidingen begonnen maar Corona besliste er anders ver. Hoe en wanneer de festiviteiten kunnen doorgaan, is momenteel dan ook koffiedik kijken.

Meer informatie vind je via https://www.zaffelare2021.info/over-zaffelare-2021 en de officiële openingsceremonie is alvast verplaatst naar 8 mei 2021.

Het dorp ontstond in de 12e en 13e eeuw en stond onder bestuur van de Gentse Sint-Pietersabdij. “Meentocht” en “Odeveld” zijn oude benamingen van deze plaats. De natuurlijke noordgrens is de Zuidlede en de zuidgrens wordt gevormd door een kilometerslange zandrug. Landbouwopbrengsten, hout, turf en hooi. Bij krapte haalde de abdij later inkomsten binnen door verkoop of vercijnzing.

De abdij kreeg in 1221 van de bisschop van Doornik de toelating er een parochie te stichten en een kerk te bouwen. De parochie en de kerk zijn genoemd naar Onze Lieve Vrouw en de Heilige Petrus. De oude pastorij is jaren geleden gerenoveerd en er is nu een  sierteeltmuseum ingericht. Op de grens van Hyfte en Zaffelare staat er nog altijd een historische geitenkotmolenhoeve.

De oudste sporen van menselijke aanwezigheid dateren uit het Epipaleolithicum en/of het Mesolithicum. Een vrij grote hoeveelheid artefacten uit het Neolithicum wijst op de eerste bewoningssporen in die periode.

De oudste vermelding van het dorp luidt “Safflare” en dateert van 1246. Aanvankelijk behoorde Zaffelare tot het domein ten noordoosten van Gent, aangekocht in 639 door de Heilige Amandus voor de Gentse Sint-Baafsabdij. Aldus maakte het deel uit van de oudste bezittingen van deze abdij en behoorde tot de Heilige Kerstparochie van Gent. Na de Noormanneninvallen kreeg echter de Gentse Sint-Pietersabdij door een oorkonde van 1150 van de graaf van Vlaanderen de bevestiging van haar rechten als bezitter van het bos Meentocht en de grond Oedevelt. De vroegste bewoningskern van Zaffelare zou zich ontwikkeld hebben aan Odevelde of nu Oude Veldstraat.

De eerste ontginningen te Zaffelare tussen 1150 en 1161 zouden te situeren zijn in de hoek gevormd door de Kapiteinsstraat en de Oude Veldstraat. Later in de 13de eeuw, ressorteerde het administratief onder de kasselrij van de Oudburg van Gent. De Sint-Pietersabdij verwierf eind 13de eeuw nog verscheidene gronden en bracht het gebied in de 14de en de 15de eeuw verder in cultuur. Door het graven van de Hasselsgracht en de Dijkgracht naar de Zuidlede werd de afwatering van de gemeente verzorgd. In de omgeving werden verscheidene grote omgrachte hoeven opgericht zoals Ten Briele, het Winkelgoed, ’t Sionghengoed en Te Speurdonc.

In 1964 stond Zaffelare 217 ha af aan Gent. De bloementeelt neemt sinds het eind van de 19de eeuw een belangrijke plaats in bij de landbouwactiviteit. In het noorden van de gemeente in de buurt van de Zuidlede die daar de gemeentegrens vormt, bleven een aantal eenvoudige betonnen bunkers bewaard opgericht door de Duitsers in 1916-1917 als onderdeel van de Holland-linie om een eventuele aanval van de entente vanuit het neutrale Nederland af te slaan. Het provinciaal recreatiedomein “Puyenbroeck” van Wachtebeke beslaat een deel van de gemeente.

Veel erfgoed is ondertussen verdwenen. In de Kerkstraat staan veel prachtige woningen met een recentere historische waarde zoals de notariswoning (1884), het brouwershuis (1851), het kasteel van Zaffelare (1901), al dan niet deels of volledig gerestaureerd. Verder in het centrum natuurlijk de kerk, het voormalig klooster en de oude school (1867), naast andere prachtige huizen. Het dorp ondergaat al een tijdje de drang van vooruitgang met appartementen, nieuwe verkavelingen. …

Bronnen: Lanclus K. & Verbeeck Mieke – 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem – Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N4 en VERVAET A., Het ontstaan van Zaffelare en de ontginning van het grondgebied in de twaalfde en dertiende eeuw, in Heemkundige Kring “De Oost-Oudburg”, Jaarboek XXIV, 1987, p. 5-41.

 

Scroll naar boven