Stook slim, alhoewel!

Dat een tv-reeks zoals 'Het Hoge Noorden' flink wat kijkers trekt, illustreert nog maar eens dat 'the call of the wild' in ieder van ons sluimert. En onderwijl een blok hout van eigen kweek in de stoof gooien maakt dat gevoel compleet.

Maar dat is in Vlaanderen wel even anders. Hier laat de overheid weinig ruimte onbenut om er haar inwoners op te wijzen hoe ongezond een vuurtje stoken is. Binnenshuis, waar houtverbranding een gevoel van gezelligheid creëert of fungeert als aanvullende warmtebron, is het vooral de uitstoot die in het milieu terechtkomt die er van langs krijgt. Vuurkorven of -schalen in je tuin in de fik steken ontsnapt momenteel nog net aan het lijstje wat er allemaal verboden is. Maar wat je precies in het vuur mag gooien, dat heeft de overheid al enige tijd bepaald. Geen 'fake hout' of papier en karton, maar echt, droog hout.

Je opwarmen in de vrijetijdssfeer dient proper te zijn. De tijd dat we een schuldgevoel krijgen opgezadeld telkens er een sliert houtrook uit onze schouw klimt is niet meer veraf. Vingerwijzingen als zijnde potentiële geurhinder, buren wiens ventilatiesysteem je rook opzuigt – die je dus letterlijk uitrookt – en potentiële luchtwegenlijders bij de vleet, zijn op hun beurt penetrante gegevens die als zure smog boven onze samenleving hangen. Ondertussen stoten industrie en transport nog steeds een veelvoud aan fijnstof uit, staan er wereldwijd bossen in brand en trekken vliegtuigen strepen boven mijn hoofd. Maar, willen we de wereld verbeteren dan dienen we te beginnen bij onszelf, leert ons het sprookje. Beter slim stoken dus, en misschien die houtkachel buiten gooien? Al lijkt het mij dat in een gasvlam staren een vorm van zelfbedrog is, eens je een blok oude eik zag verteren door het echte vuur.

Scroll naar boven