Tip voor 3-daagse ‘staycation’ in eigen land

Chantal
0 reactie(s)
staycation Westhoek

Tekst - Foto Chantal Blondeel

Een uitdaging voor een ‘staycation’ in eigen land, en op verkenning te gaan. De gedachte voor een culinaire uitstap was op zich al een b(r)ouwproces.

Door Corona “blijf in je kot” en op eigen terras talrijke streekproducten en –biertjes gedegusteerd en leren kennen. Degusteren, al proevend keuren, geuren en smaken herkennen, om de prikkeling te krijgen, inzichtverdiepen in het brouwproces van Belgisch vocht. Eén van onze favorieten, de ‘Sint-Bernardus Abt 12’ uit Watou.

Een uitdaging voor een ‘staycation’ in eigen land, en op verkenning te gaan. De gedachte voor een culinaire uitstap was op zich al een b(r)ouwproces.

Eerste dag

Bezoek aan de brouwerij ‘Sint-Bernardus ‘ in Watou. Hier wordt in het hart van de hoppestreek bier gemaakt dat tot de verbeelding spreekt van menig bierliefhebber. In Watou worden sinds 1946 de ‘Sint-Bernardus’ bieren gebrouwen : donkere en blonde bieren van hoge gisting. De laatste jaren onderging de brouwerij, een compleet spiksplinternieuwe vleugel, waar ruimte is voor twee grote magazijnen, een brouwerijwinkel, een ontvangstruimte, vergader- en evenementenfaciliteiten, en als stopsel op de fles de nieuwe rooftopbar ‘Bar Bernard’ met een subliem zicht op de regio.

Rondleidingen kunnen in het Nederlands, Frans of Engels. Een bezoek, inclusief degustatie en geschenkpakket (4 biertjes + glas) kost 12,50€ per persoon. Reservatie via de online boekingsmodule of per mail is noodzakelijk voor het beperkt aantal bezoekers ten tijde van Corona. Je kan het brouwerijbezoek ook combineren met een hapje of drankje in de rooftopbar, waar je kan genieten van het adembenemend panoramisch zicht op de hoppevelden.

Te starten met een filmpje gidste ‘Caroline’ ons doorheen het brouwproces. Zo zagen we de verschillende indrukwekkende procedures van naderbij. De ‘Abt 12’ is eigenlijk een trappistenbier en werd destijds gebrouwen door een pater net over de grens. Hedendaags gebruikt men nog steeds het originele recept door te brouwen met grondwater en de destijdse gist. De benaming ‘trappistenbier’ is juridisch beschermd en mag alleen gebruikt worden wanneer de productie voor het bier plaats vindt binnen de kloostermuren, onder toezicht van de monniken. Van alle Belgische bieren zijn er maar zes die de naam ‘trappist’ mogen dragen : Achel, Chimay, Orval, Rochefort, Westmalle en Westvleteren. Dit is hier niet het geval, vandaar ook de benaming ‘Abt 12’.

Naast het complex bevindt zich het ‘Guesthouse’, waar men kan overnachten binnen de muren van de brouwerij. Doordat de streek zoveel te bieden heeft opteerden wij voor een ander verblijf.

En om even in stijl te blijven een avondmaal in ’t Hommelhof Watou, waar in keukenland de ‘terroir’ vlag wordt gehesen met herkenbare producten van de streek. Vergeten groenten, miskende lekkernijen en ondergewaardeerde ingrediënten mogen weer, moeten zelfs ! Alleen in ’t Hommelhof krijgt het edele gerstenat in zijn oneindige variëteit een ereplaats in en naast de bereidingen. ’t Hommelhof staat wijd en zijd bekend om zijn gerechten rond goddelijke brouwels. Ook prominenten zoals leden van het koningshuis, ministers, acteurs en actrices, journalisten, … komen hier genieten van Stefaans keukenkunsten. Uitbater Stefaan Couttenye verwelkomt je met volle gastvrijheid, en maakt ook even tijd voor een babbeltje – héél sympathieke man!

Wij kozen voor het ‘brouwersmenu’ met het aperitief van het huis – Armagnac opgelengd met schuimwijn en een druif in het glas – een voor ons ongekend, superlekker aperitief. Samen met een Cuvée ’t Hommelhof genoten we van een uitermate lekkere menu : Terrine van rog ‘puttanesca’ met Kriek Boon – Langzaam zacht gesmoorde lamschouder met honing en St.-Bernardus Prior – Aardbeien gemarineerd in ‘Hierbas de las Dunas’, Griekse yoghurt met cassis en meringue van cacao. Een ware aanrader !!!...

Overnachten deden we in B&B Vijverhuis Ieper/Zillebeke. De B&B ligt aan een rustgevende zalige plek, de Zillebekevijver. Een hartelijke ontvangst door Magali en Carl, die het beste van zich geven. Wij opteerden voor de VIP-kamer met privé terras en een uniek frontaal zicht op de grote vijver. Een onvergetelijk verblijf en ideale uitvalsbasis om de streek te verkennen – op wandelafstand van het centrum Ieper en op 1km van Domein Palingbeek. Het is er genieten van ‘rust’ en ‘stilte’ !!! Een ware aanrader !!!

Tweede dag

Na het ontbijt beslissen we om in de voetsporen te treden van 14-18, maar dan aan de overkant van de grens.

Op een kleine 70 km rijden we langs gewone wegen naar  Givenchy-en-Gohelle (Vimy) en bezoeken we het immense en prachtige Canadese monument. Een pronkstuk wat men reeds op verdere afstand kan zien staan. Het monument staat op het hoogste punt van de heuvelrug, in de oorlog werd dit Hill 145 genoemd. Het bestaat uit een voetstuk met daarop twee hoge pylonen. De voorste muur is ruim 7 meter hoog en stelt een ondoordringbare verdedigingsmuur voor. Aan beide uiteinden van de muur bevindt zich aan de voet van de trappen een figuur, aan het zuidelijk einde de ‘Breaking of the Sword’, aan het noordelijk einde de ‘Sympathy of the Canadians for the Helpless’. Centraal staat boven op de muur een beeld van een vrouw gehuld in een mantel, neerkijkend met gebogen hoofd. Beneden haar staat op de grond een sarcofaag met een brodiehelm en een zwaard. Deze vrouw is ‘Canada Bereft of Mother Canada’, een verpersoonlijking van de jonge Canadese natie die treurt om haar doden.

Centraal op het voetstuk van het monument staan twee pylonen, zo'n 30 meter hoog. De ene draagt het esdoornblad van Canada, de ander de Fleur de lis van Frankrijk. Boven op de pylonen bevinden zich een aantal figuren. De voornaamste zijn ‘Justice en Peace’, met daaronder ‘Hope, Charity, Honour en Faith’ aan de oostzijde en ‘Truth en Knowledge’ aan de westzijde. Beneden tussen de twee pylonen bevindt zich de ‘Spirit of Sacrifice’.

Naast de trappen aan de achterkant bevindt zich een beeld van een treurend ouderpaar, een vader en een moeder, elk aan een kant van trap. Op de buitenmuur van het monument zijn 11.285 namen ingeschreven van Canadezen die sneuvelden in Frankrijk, maar wiens graf onbekend is.

De hele site is zo’n 100ha groot, en het terrein is een bewaard slagveld, een ruw terrein met kraters en onontplofte munitie. Het werd herbebost, maar is grotendeels ontoegankelijk voor de bezoekers wegens ontploffingsgevaar. Door het gevaar voor menselijk onderhoud  wordt het begraasd door schapen.

Op 11 km afstand bezoeken we in Ablain-Saint-Nazaire de ‘Nécropole Nationale de Notre Dame de Lorette – de grootste Franse militaire begraafplaats. De Franse soldaten kiezen na de slag van mei 1915 deze plek om hun gevallen kameraden te begraven.  Na de oorlog begint Frankrijk met de aanleg van enorme militaire begraafplaatsen waar de bovenmaatse opofferingen van de natie pijnlijk duidelijk worden. De kleine begraafplaats van Lorette wordt uitgebreid met de stoffelijke resten uit meer dan 150 begraafplaatsen van de fronten van de Artois, de Frans-Vlaamse Westhoek, de IJzer en de Belgische kust.

Ruim 20.000 geïdentificeerde soldaten krijgen er een eigen graf en de stoffelijke resten van meer dan 22.000 onbekende soldaten worden verdeeld over acht ossuaria. Lorette is hiermee de grootste militaire begraafplaats van Frankrijk.

Op de begraafplaats staat er ook een basiliek in neobyzantijnse stijl, en tegenover de basiliek torent de ossuariumlantaarn met een van de ossuaria. Een erewacht van vrijwilligers ontvangt sinds 1920 de bezoekers en onderhoudt elke zondag de eeuwige vlam, het licht van de toren is dan ook op kilometers afstand te zien. Op deze begraafplaats ligt er ook één Belg begraven : volgens de naam op het kruis ‘Verbalvert Adolf’, maar de naam is niet correct. Het zou hier gaan over dwangarbeider ‘Verhavert Adolf’. Ook Adolf stierf voor het vaderland. Hij werd geboren in Moerzeke, Oost-Vlaanderen op 6 juni 1874. Op 23 december 1916 overlijd hij in Hamel (Pas-de-Calais), als één van de vele opgeëisten die het einde van hun verplichte tewerkstelling als dwangarbeider, in harde omstandigheden niet zou halen. Adolf was de zoon van Leo (landbouwarbeider) en Philomena De Cock (kantwerkster). Als opgeëiste behoorde hij tot ‘Z.A.B. 2’ (Zivili Arbeiter Bataillon) en droeg het stamnummer 984. Hij werd verplicht tewerkgesteld te Neuville, St.-Amand, Tortequesne en Hamel.

In het ossuarium kan men ook blootgestelde kisten zien van slachtoffers uit een concentratiekamp ten tijde van de nazi’s (WO II).

In 2014 werd er een herdenkingsring geplaatst, met daarop de namen van bijna 580 000 soldaten van verschillende nationaliteiten, die het leven gelaten hebben in Nord-Pas-de-Calais tussen 1914 en 1918. Een indrukwekkende memorabele plaats waar men tussen de vele namen op de wanden misschien nog een familielid kan terugvinden.

Op onze terugweg richting Ieper houden we nog even halt in Fromelles om er het kleine Australian Memorial Park te bezoeken.

‘De meest barre 24 uren uit de geschiedenis van de Australische natie’. Zo wordt de Slag bij Fromelles nog steeds omschreven. Op 19 juli 1916 begint de strijd voor de Australiërs. Op dat moment vecht het Britse leger al meer dan twee weken in de Somme in wat het grootste offensief uit de Eerste Wereldoorlog zal worden. Generaal Richard Haking, hoofd van het 11e Britse legerkorps, ontketent een afleidingsaanval bij Fromelles, tegenover de heuvelrug van Aubers, om te voorkomen dat het Duitse leger versterkingen concentreert in deze contreien. Haking zet twee divisies in: de 61e Britse en de 5e Australische divisie. Door slechte voorbereiding en vage doelstellingen loopt de slag uit op een ramp. Amper uit hun loopgraven gekropen worden de soldaten al afgeschoten door Duits mitrailleurvuur. Slechts enkele Australische soldaten lukt het de eerste Duitse linie in te nemen in een gebied dat niet ver van het huidige Australian Memorial Park verwijderd ligt. Omdat ze de Duitse aanvallen niet aankunnen, zijn ze gedwongen zich terug te trekken en worden vervolgens in de rug geschoten. 24 uur na het begin van de aanval zijn 5.533 Australische soldaten gesneuveld of vermist, 1.400 slachtoffers in de Britse rangen en ongeveer 1.500 aan Duitse kant. Het standbeeld in het Australian Memorial Park verhaalt de gebeurtenissen net na de Slag bij Fromelles. Op de resten van een Duitse bunker in de eerste linie draagt de Australische sergeant Simon Fraser een tijdens het offensief gewond geraakte kameraad op zijn schouder. Ondanks het nadrukkelijke verbod verlaten Fraser en een paar andere soldaten de loopgraven om hun kameraden te hulp te schieten die vanuit het niemandsland om hulp smeken: “Don’t forget me, cobbers” (Vergeet me niet, makkers). Het monument wordt in 1998 ingewijd en symboliseert de heldenmoed en het gevoel voor kameraadschap onder de Australische soldaten tijdens de eerste operatie van de Australian Imperial Force op Europese bodem in de Eerste Wereldoorlog.

De rit van bezienswaardigheden zit er op, waarbij we het spoor wisselen naar ‘Culinair Genieten’. Dit doen we in ‘De Steenen Haene’ in Ieper/Zillebeke. Een gezellig rustgevend interieur, waar men op een zomerse avond ook zalig kan genieten op het terras. Wij hadden geluk en kozen voor het terras. Je wordt er hartverwarmend onthaald door gastvrouw Hilde. Dit restaurant staat bekend voor zijn ambachtelijke authenticiteit ! Even bijpraten over de verlopen dag doen we met een aperitief ‘Campari Orange’, uiteraard met vers geperst fruitsap. Een eerste hapje van de chef stemt onze smaakpapillen, tot we er verrassend een tweede hapje bij krijgen, het kan niet beter zijn ! Aansluitend wordt ons ‘Den Bijbel’ van ‘De Steenen Haene’ aangeboden, een origineel bedachte menukaart in boekvorm. Naast hun aangeboden gerechten vindt men er ook interessante info terug, zoals wijntips, personeel dat zich openlijk uit over elkaar, de Steenen Kuikens over de familiale sfeer, Maria’s mocktail recept, gele jekkers & garnalen over hun teambuilding, recept garnaalcocktail, hoe pel je een garnaaltje,  een kruiswoordraadsel, een waar of niet vragen spelletje, de streek verkennen, generaties over elkaar, en en en … . En meer nog, je krijgt de bijbel mee naar huis  ! Wij opteerden voor hun Menu ‘Authentiek’. Het bestek werd op tafel ‘ten aanval’ klaargelegd, we konden eventjes niet meer volgen, zoveel bestek. Als goddelijke drank kozen we voor Franse huiswijn – volgens onze smaakpapillen ‘betaalbare klasse’ . Naast ons leger bestek kregen we er nu ook nog een verdedigingslijn glazen bij, tijd om ten strijde te trekken. Nippend van de ‘Comte de Bergon Blanc’, een Franse Chardonnay uit de Languedoc  kregen we duidelijkheid over ons arsenaal bestek. Een derde hapje van de chef stond aan het front, een ambachtelijke zelfbereide paté met garnituur en brood. We waren aangenaam verrast voor wat nog komen zou !!! Bij de Menu Authentiek  heeft men als voorgerecht, hoofdgerecht en dessert steeds drie keuzes. Doordat de gegrilde kreeft op het houtvuur al 26 jaar hun gerecht is, verkozen we hiermee de culinaire geneugten verder te zetten. De gepaste originele gevechtskledij, kreeftenbavet met origineel bedachte tekst als ‘Let’s get cracking’ en ‘you’re a real catch’ werd ons omgebonden, klaar voor een ludiek genot. De kreeft met overheerlijke kreeftensaus was subliem lekker !!! Als hoofdgerecht kozen we voor de gegrilde ‘côte à l’os’ (uit eigen streek – Bleu-Blanc-Belge), bearnaisesaus, garnituur en homemade frietjes,  samen met ‘La Romance’, een Franse Merlot uit de Languedoc  een perfecte combinatie - weerom zalig lekker – super mals en héél lekkere béarnaise. Eventjes een pauze inlassen, zoals een wapenstilstand ten tijde van 14-18. De vallende avond, de gezellige plaats, onze leuke babbel, we konden er weer tegenaan. Onze culinaire trip eindigden we met een overheerlijke ‘Dame Blanche met slagroom en warme chocolade saus (lang zo geen lekkere chocoladesaus meer gegeten), ‘t was genieten ‘PUUR’ ! Dit is een ware aanrader en voor herhaling vatbaar !!! Met de auto of te voet, B&B Vijverhuis ligt om de hoek.

Derde dag

De eerste bijzettingen op deze begraafplaats vonden plaats in april 1915. De begraafplaats bleef tot het einde van de oorlog in gebruik, vooral in 1916 en 1917. Toen werden ‘Advanced Dressing Stations’ ingericht in dugouts in de spoorwegberm, en in de boerderij. Bijzettingen vonden zonder planning in kleine groepjes plaats. Tijdens de zomer 1917 werden een aanzienlijk aantal graven door artillerievuur vernield. Er worden 2.463 doden herdacht, waarvan 431 niet geïdentificeerd konden worden. Er zijn 261 ‘special memorials’ “Known/Believed to be buried in this cemetery”. Andere ‘special memorials’ dragen de namen van 42 Canadezen en 30 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die oorspronkelijk op andere begraafplaatsen begraven lagen, maar waarvan de graven door artillerievuur vernield werden.

Aansluitend keren we doorheen ‘Flanders Fields’  naar huis.

Ten tijde van Covid 19 en plaatsen met mondmaskerregime konden we hier ten volle onze batterijen weer opladen. Aan de hand van de vele foto’s en herinneringen genieten we nog steeds na van een fantastische ‘staycation’ in eigen land.