Wat heb ik misdaan?

Was de vraag die ik me iedere eerste schooldag stelde.
Net toen ik begon te wennen aan die twee maanden vrijheid, de korsten van mijn gekneusde knietjes verdwenen waren, kwam die akelige verplichting altijd weer opduiken.

Veroordeeld tot tien maanden hechtenis en slechts onderbroken door enkele penitentiaire verloven, ervoer ik de wereld allesbehalve kindvriendelijk, laat staan rechtvaardig.
Naar school gaan was noodzakelijk wilde ik iets of iemand worden, althans volgens mijn ouders.
Alsof ik niemand was geweest die afgelopen twee maanden!
Nu eens Winnetou, dan weer de Rode Ridder of Kapitein Zeppos, referenties die toch konden tellen!
Mijn argumentatie werd meteen van tafel geveegd en dit met dezelfde zwierbeweging waarmee de schoolmeester de tafels van vermenigvuldiging van het bord veegde.
Volwassenen, of ‘grote mensen’ zoals we die soort toen noemden, ik wou nooit dat stadium bereiken.
Helaas is dit bij een kinderdroom gebleven!

Scroll naar boven