Haast

Laatst had ik het weer. Haast. Ik heb het nogal vaak en dat komt volgens mij omdat de Big Bang niet helemaal perfect verlopen is. Zie je, bij elke knal heb je van die grote stukken, en dan van die kleine.

Wie ooit al eens een vaas of een bord de grond op liet knallen, en het dan weer ineen heeft proberen prutsen, kent het ongetwijfeld: de meeste stukken passen moeiteloos in de puzzel en dan blijven er altijd van die kleine, rare stukjes over, waarmee je geen weg weet, en waarvan je zelfs vermoedt dat ze nooit tot het geheel hebben kunnen behoren.

Volgens mij ben ik zo'n stukje. Ik ben Dzjoeffff meegeknald, maar o wee o wee, mijn ruimte en tijd en kwantum dinges zijn niet helemaal passend in het geheel. Soms droom ik weg voor een minuutje of 10 en dat blijken er dan in deze wereld 45 te zijn. Soms denk ik dat ik van A naar B geraak in hoogstens een half uur en dat blijkt dan wel te kunnen, op voorwaarde dat ik me met een straaljager verplaats. Neen, er hapert iets in mijn tijd-ruimte veld, ik zeg het u.

Ik ben er bovendien van overtuigd dat er nog van die onvolmaaktheden uit de Big Bang rondhangen, met een ander tijdsbesef. Daar waar ik doorgaans tijdsgaten heb en er op volgende haast, hebben zij tijdsbulten. Mijn overtuiging gaat zover, dat ik denk dat de puzzelstukjes met tijdsbulten op welbepaalde momenten worden ingezet, namelijk dan wanneer bij mij een tijdsgat heeft plaatsgehad.

Ten bewijze:

Na een tijdsgat heb ik wat jullie natuurlijk met de Big Bangindeling mee drijvende mensen "haast" noemen. Stel dat ik me dan op de Antwerpse steenweg richting Lokeren bevind, dan garandeer ik dat elke dienstdoende tractor mijn pad zal kruisen.

Of misschien moet ik richting Destelbergen, alwaar ik plots in aanvaring kom met de lokale seniorenfietsclub. Het meest voelbare bewijs was toen ik inderhaast wat te eten moest gaan kopen, wilde ik mijn man en 2 bloeikens van kinderen nog een middagmaal kunnen voorschotelen alvorens het een avondmaal zou worden. Gehaast op de terugweg belandde ik in een wielercriterium. In de laatste ronde, nog wel. De renners gingen snel, hoewel de tijd stilstond, bang als ik was, ik alleen met mijn charcuterie, sla en tomaat in mijn rode kever terwijl de renners me rond de carrosserie vlogen.

Het is een troost te beseffen dat de verloren stukjes in het universum zo toch altijd weer één worden, voor elk gat een bult, als dat niet schoon is.

Scroll naar boven