Handjes boven het water aub!

Ik zwem graag, maar niet in zo’n betegeld overdekt chloorbad, ik wil kopje onder gaan in echt water.

Bovendien voel ik me een spookzwemmer tussen diegenen die aan het autistisch grenzende lijntjes trekken doen.

Veel keuze is er in Vlaanderen niet, wil je op een snikhete zondagmiddag toegeven aan je openlucht-waterdrang.

De veredelde sloot met vijverallures achter mijn deur is geclaimd door barbarie-eenden, de soort die alom bekend staat voor zijn weelderige schijtgedrag.

Een locatie die allesbehalve uitnodigt tot baden, ik kan net zo goed een beerput induiken.

Dagen zoals de paar echt hete augustusdagen die de zomer van 2012 goedmaakten, joegen me vroeger steevast richting zwemgelegenheid in een nabijgelegen recreatiepark.

Een stap die ik, ondanks mijn waterzucht, nu niet meer neem.

20 jaar geleden, met mijn zoon als gezelschap, voelde ik me als een vis tussen het overwegend jonge zwempubliek.

Om ter langst onderblijven, achtervolgertje spelen of duiken naar een kiezelsteentje, alles, behalve zwemmen.

Nu, als man van een halve eeuw oud die zich op zijn eentje tussen waterravottende families begeeft, stel ik me voor niet anders dan een Vangheluwe-variant te zijn in de ogen van die omgeving.

Dus speel ik op veilig, kies ervoor nog even te wachten tot wanneer er kleinkinderen komen om opnieuw ‘om ter snelst over te zwemmen’.

Een wedstrijdje dat ik gegarandeerd zal verliezen tegen die tijd!

Scroll naar boven