Music on Sundays: Ljiljana Buttler

Balkanblues. Ongekend en onbemind. Hopelijk komt daar wat verandering in. Halsstarrig en tegen beter weten in, werk ik aan wat een boek over het genre moet worden.

Sevdah hoort in het rijtje van goed gekende genres als Amerikaanse blues, Portugese fado, Griekse rembetika en Spaanse flamenco. De laatste maanden hoort men zelfs wel eens Malinese blues. Een land in een conflictsituatie krijgt altijd wat meer aandacht bij liefhebbers van ‘wereldmuziek’.

Vreselijk woord is dat.

Bosnische sevdah roept hetzelfde gevoel op dat liefhebbers van de Spaanse flamenco kennen als duende.Federico Garcia Lorca schrijft in zijn essay ‘Theorie en functie van de duende’ dat “alles wat een donker geluid in zich heeft” Duende bevat.

Die enkele mysterieuze kracht die iedereen kan voelen maar die geen enkele filosoof kan uitleggen.Sevdah” is een woord afgeleid uit het Perzisch en betekent zoveel als liefde. “Dah” is het Bosnische woord voor adem, zucht. Sehnsucht, melancholie, maanziekte. Bezoekers van Bosnië en Herzegovina weten het. Het land is bedekt met een laagje sevdah.

Het blijft moeilijk sevdah te bevatten. Vitalist en balkanminnar A. Den Doolaard omschrijft het in zijn boek ‘Bruiloft der zeven zigeuners’ (1939) als volgt:

“Meestal waren het zigeuners. Daar waren prachtige vrouwen bij, geweldige zigeunerwijven. Er was er een bij waar je van af moest blijven. Ze heette Stana en was getrouwd met de primas van het orkest. Ik ben Stana nagereisd van Belgrado naar Skopje, achthonderd kilometer, enkel om haar te horen zingen. Op een heel vreemde manier was ik verliefd op haar. Niet om met haar naar bed te gaan maar ze gaf me wat de Joegoslaven sevdah noemen. Een typisch soort rilling over je rug, waardoor je wist dat er een andere wereld moest bestaan, een verwezenlijking van het op aarde onbereikbare. Een wereld waar ook de liefde voortduurde, waar je eeuwig jong zou blijven.

En dan kon plotseling haar stem omslaan en zong ze, dat het allemaal bedrog was, dat het afgelopen was, dat elke liefde kapot gaat en de dood onvermijdelijk is. Het geheimzinnige aan Stana was het timbre van haar stem, de hartstocht waarmee ze zonder gebaren de diepste gevoelens weergaf.”

Sevdah brengt zelden een vrolijk verhaal. Ljiljana Buttler, de zangeres in dit extract van de schitterende BBC documentaire “The bridge that survived” had een leven lang gezongen in de kroegen van Belgrado tot haar huis in 1999 door de NATO werd gebombardeerd. In Duitsland kwam ze dan maar aan de kost als wc-dame en schoonmaakster tot ze een cd opnam met de Mostar Sevdah Reunion Band, de bekendste band vandaag. Haar comeback startte in de Gentse handelsbeurs. Blootsvoets schreed ze op het podium. Het werd muisstil in de zaal toen ze na twintig jaar voor het eerst zong en een pijn lamenteerde, te groot voor de zaal.

Na een periode van relatief succes bezweek ze aan longkanker. In het fragment brengt ze een oud zigeunerlied terwijl Ilijaz Delic, een ander lid van de band over haar vertelt. Kippevel.

De ganse documentaire is te zien op You Tube en Mostar Sevdah Reunion Band heeft pas een nieuwe cd uit.

De kans is groot dat ze binnenkort te zien zijn in België. Food for the soul

 

Scroll naar boven