Mijn kat heet Dot. Ik heb het er wellicht al over gehad, het kan bijkans niet anders. Want Dot is een serieus deel van mijn leven.
Dot kwam een tweetal jaren geleden bij ons wonen, ze werd geadopteerd nadat ik een geweldig arrogant ogende foto van haar op de site van Kat Zoekt Thuis vond. Ik bezocht haar eerst een paar keer, en van de eerste keer af was het al koekenbak. In een zaal van 7 vrij lopende katten, kwam Dot naar me toe, wreef tegen mijn been en legde zich zonder enige gêne aan mijn voeten. Ik was meteen verkocht.
Thuis was het ook koekenbak: onze Bambou, die al een paar jaar eerder bij ons kwam nadat ik haar "vond" op de parking van de bloemenwinkel, was niet meteen akkoord met de nieuwe speelkameraad. Doch Dot maakte daar korte metten mee en een maand of 2 later was het huis in zones verdeeld.
De kamers van de kinderen zijn Bambouland, mijn bureau en mijn slaapkamer zijn Dotland, living, keuken, badkamer en berging zijn gemeenschappelijk. Dot moet het niet teveel wagen om in de kamer van de kinderen binnen te dringen, en als Bambou onze kamer durft te betreden moeten daar eerst de nodige vergunningen voor bekomen worden. Maar al bij al werkt het prima.
Nu is het wel zo, dat Dot nogal "aanwezig" is, vooral als ik er ben. Het is bijna aandoenlijk hoe zij altijd bij mij is: achter het scherm van deze pc terwijl ik dit typ, naast mij in de zetel voor de televisie, op een stoel aan tafel terwijl ik eet, en vooral: op mij terwijl ik slaap. We zijn langzamerhand van symbiose over aan het gaan naar endosymbiose, zoek het gerust op in Wikipedia. Voor zij die het niet willen opzoeken: mijn man vindt dat we zo langzamerhand aan het versmelten zijn tot één enkel organisme hier in huis, Dot en ik.
Culot
Ik vond dat nogal overdreven, maar nu moet ik toch toegeven dat mijn Dot vooral 's nachts iets te veel culot begint te krijgen. Tot voor kort viel ik in slaap met een Dot op mijn buik, maar zodra ik me draaide verhuisde ze naar haar "bed", een zetel op armlengte afstand van mijn bed.
Van zodra ik 's morgens 1 oog open trok, kwam ze terug om zich nog even op mijn buik te nestelen.Tegenwoordig is het echter zo, dat ik midden in de nacht wakker word, omdat ik geen ruimte heb om me te draaien.
Misschien kent u het fenomeen van een "opschuivende partner" 's nachts. Zo eentje waarbij u halverwege de nacht uit bed moet stappen om er langs de andere kant weer in te kruipen. Indien u dit herkent, dan hebt u meer geluk dan ik. Zoals het nu is, kan ik geen kant meer uit. Mijn dilemma is nu natuurlijk groot: of man of kat zullen plaats moeten maken. En gezien die endosymbiose, zou dat nog wel eens verrassend raar kunnen uitdraaien….