Een hemels broodje

Evy Erauw
0 reactie(s)
Broodje Evy Erauw Lochristinaar

© Evy Erauw

In volle corona I crashte de site van 'Dagelijkse kost' onder de massale belangstelling: Vlaanderen had een onstilbare honger naar zijn Vlaamse klassiekers en homemade food. Pas onlangs liep ik de meute achterna (nee, er kan mij nooit verweten worden een influencer te zijn, integendeel) en liet ik me verleiden om zelf m'n brood te bakken, zonder broodmachine weliswaar.

Toegegeven, ik heb enigszins vals gespeeld met enkele luie-wijven-tactieken. Zo kocht ik een kant-en-klare mix waar enkel nog water aan toe te voegen viel én in plaats van zelf de nodige arm-biceps en -triceps te ontwikkelen tijdens het manueel kneden probeerde ik de gekrulde kloppers van m'n mixer uit. Ik gebruikte wel mijn handmixer… telt dat dan niet mee als handenarbeid?

In tegenstelling tot patisserie bakken bestaat het bakken van een brood uit enkele rustperiodes op kamertemperatuur. Of mijn interpretatie mét schoonheidsslaapje volledig de juiste uitvoering is ben ik niet zeker, Sofie Dumonts recept beschreef het eigenlijk niet letterlijk met zoveel woorden maar het zat hem net in wat ze niét zei (blijf wakker!).

Na het eerste rijzen van mijn deeg kon ik de magie van het ambacht wel smaken. Moest ik m'n middelbare school overdoen zou de richting 'brood en banket' me wel smaken. Of mijn baksels de wereld ook zouden bevallen is een andere vraag. Terug naar het rijzen van m'n kleine broodje dat zich ondertussen al ‘brood’ liet noemen en veel groter uitviel dan gedacht. Eén broodje zouden er nu drie worden. Het gevoel van een broodje wolk in m’n vingers bracht het kind terug in mij naar boven (maar nee, ik heb het rauwe deeg niet geproefd, ik ben immers mijn dochters niet).

Begon ik me al een ware bakster te wanen dan catapulteerden woorden als 'opbollen' en 'oppunten' me terug van mijn bakkerswolk naar m’n ondergebloemde keuken. Naïef vroeg ik nog aan mijn man om die woorden eens voor mij te googlen (gezien mijn handen ondertussen al vol hingen met plakkerig deeg). 'Ik denk dat je beter eens een YouTube - filmpje bekijkt' klonk het sceptisch van achter de computer.  Zo ging ik online in de leer bij bakker Robèrt Van Beckhoven die zijn vingers even voor mij opwarmde in een instructiefilmpje. Robèrt kende me duidelijk al, daarom ging de les niet live door maar met een opgenomen filmpje dat ik kon herbekijken en herbekijken en…  Zes views later begon mijn resultaat op het zijne te lijken. Een vaardig puntster of opbolster zou ik me zeker nog niet noemen maar de pogingen op zich zouden op het speelplein destijds doorgegaan zijn voor een 'volwaardige namiddagactiviteit'. 

Twee opgepunte broodjes schoven de oven in, hopend dat we ze als avondeten bij onze scampi konden verorberen. Al snel begon het lekker te geuren in de keuken, het water liep ons al in de mond terwijl de scampi de pan in gingen. Ongeduldig als we waren genoten we van een veel te warme snee brood met gesmolten boter in onze gloeiende handen. Maar ja, ze waren zo lekker als ze eruit zagen en in een mum van tijd dus verdwenen. Een hemels broodje. Een derde deeg bleef op het aanrecht liggen, dat zou ik morgen afbakken voor bij het ontbijt.

De volgende morgen leek mijn overgebleven deeg eerder op een leeggelopen ballon dan een broodje wolk maar als een volleerd bakster schoof ik m’n broodje de hete oven in. Buiten was het stralend weer: mijn man en dochter keilden hun frisbee de lucht in, de andere dochter bakte haar zoete broodjes in de zandbak en ik dook terug in mijn openliggend boek. Ja, de wereld was mooi en vol verwachting. Even later rook mijn broodje als gebakken. Trippelend als een jong veulen ging ik neuzen in de openstaande oven. Niets....

Misschien had mijn man het broodje al laten afkoelen in onze berging? Trippel, trippel… Nee, ook niets. Waar was dat broodje nu naartoe? Fronsend keek ik terug naar buiten, plots zag ik m'n broodje als frisbee de lucht in vliegen tegen een helder blauwe hemel. Mijn hemelse broodje.