Vogels en windmolens, beiden zwiepen

Wanneer je het Vlaamse landschap doorkruist, kan je er niet langs kijken: elektriciteit opwekkende windmolens drukken hun stempel op het landschap.

Wanneer je weet dat de wieken van een dergelijke molen snelheden tot 200 kilometer per uur kunnen halen, dan besef je ook dat elke vogel die binnen het bereik van deze wieken komt hetzelfde lot wacht als wortels in een soepmixer.
Bovendien kunnen diegenen die niet geraakt worden, maar er langsheen vliegen, door de turbulentie van de rotors tegen de grond gesmakt worden.
Gelukkig wordt er tegenwoordig rekening gehouden met de trekroutes van vogels bij het toewijzen van vergunningen voor het plaatsen van deze groenestroomopwekkers.
Al blijken windmolens gelegen langsheen autosnelwegen en kanalen minder negatieve gevolgen te hebben dan de zogenaamde windmolenparken die zelfs het oriëntatievermogen van trekvogels zouden beïnvloeden.
Maar ook standvogels delen in het zwiepen van de wieken.
Uit een Europees onderzoek blijkt dat we 600 meter rond elke windmolen mogen inkleuren als ‘mindergeschikt leefgebied voor vogels’.

Het wordt stil waar het waait, kan je stellen!

Bron: HVV

 

Scroll naar boven